Arthur Henri Christiaan Briët (‘Arthur’) geb. Madioen (Ned. Indië) 25 januari 1867, overl.
Nunspeet 23 februari 1939. Woonde en werkte in Den Haag, Utrecht tot 1884, Antwerpen 1884-1888, Parijs na 1888, Italië ca. 1890 (Napels, Capri), België (Mechelen), Noord-Brabant, Utrecht tot 1892, Nunspeet, van 1903 af in Den Haag. Leerling van J. Hoevenaar Wzn te Utrecht (tekenlessen), van de Tekenakademie te Antwerpen (1884-1888), van A. Struys te Mechelen.
Schilderde, aquarelleerde en tekende figuurstukken (Javaanse danseressen), veel boerenbinnenhuizen met figuren en enkele landschappen. Heeft veel onderscheidingen behaald in zijn leven (zie Lurasco). Was lid van ‘Arti et Amicitiae’ te Amsterdam. Gaf raadgevingen aan W. S. A. Velsen.
Tentoonstellingen te Amsterdam, Den Haag enz. van 1892-1903: Vlaams interieur; schamel binnenhuis; opkomende donderbui aan het strand te Scheveningen; zoneffekt op de heide; dorpsgezicht bij zonsondergang; Nunspeetse boereninterieurs; nieuws van de boeren (aquarel); oude spinster; landschap bij een Noordbrabants ven; enz. Haags Gemeentemuseum: Drents binnenhuis; de Sacré-Coeur. 1890. Centraal Museum Utrecht: strandgezicht. Rijksmuseum Kröller-Müller Otterlo: een tekening. Zeeuws Museum Middelburg: na de jacht.
Noordbrabants Museum Den Bosch: Noordbrabants interieur. Stedelijk Van Abbe Museum Eindhoven: binnenhuis Kempen. Singer Museum Laren (N.H.): drie interieurs te Nunspeet; Overijssels interieur; vaas met herfstasters; 18 aquarellen en tekeningen. Belastingmuseum Prof. dr Van der Poel Rotterdam: de cijnspenning (tek.). Rijksmuseum Van Bilderbeek-Lamaison Dordrecht: het schaftuur; moedervreugde. Rijksmuseum ‘Zuiderzeemuseum' Enkhuizen: een boer en een meisje uit Nunspeet (pastels).
Luns; Lurasco; Plasschaert; Van Hall 1 en II.