Gepubliceerd op 14-02-2019

Anthony jacobus offermans

betekenis & definitie

Anthony Jacobus Offermans ged. Rotterdam 24 oktober 1796, overl. Den Haag 4 juli 1872. Leerling van D. van Dongen; vormde zich verder zelf door studie naar 17de-eeuwse meesters en naar de natuur.

Later medewerker van A. J. Couwenberg. Was van 1825 af in Den Haag werkzaam. Maakte reizen naar België en Duitsland.

Schilder van zomer- en winterlandschappen, bosgezichten met vee en figuren; heeft ook geëtst en gelithografeerd. Gaf les aan W. Cooke, B. W. van der Graaff en J. H. Morriën.

Tentoonstellingen Haarlem 1825, Amsterdam en Den Haag van 1817 tot 1872: twee Hollandse stadsgezichten; veel landschappen bij Luik, Dordrecht, Kleef. Waterloo, aan de Rijn, aan de Moezel enz.; bosgezichten; oud kasteel in een bos; weidegezichten met vee; bergachtige landschappen; gezicht op de Etna; Griekse haven; episode uit de watersnood tussen Maas en Waal; gezicht in een kloostergang bij maan- en fakkellicht; strandgezicht bij Scheveningen met het paviljoen enz.; verschillende wintergezichten. Haags Gemeentemuseum; het Haagse Bos (A. J. Offermans f. 1824). Rijksprentenkabinet Amsterdam; tekening(en).

Immerzeel; Kramm; Scheen; Thieme-Becker; Waller; Wurzbach.

< >