a Het is een leenwoord uit het Frans (arriver); het betekende oorspronkelijk ‘naar de rive (de waterkant) komen’.
b De Spaanse uitroep ‘Arriba!’ (‘vooruit’) ligt ten grondslag aan arriveren.
c Het woord is afgeleid van het Franse arrière (‘achter’); aanvankelijk betekende arriveren namelijk ‘achter aansluiten’.