Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek (1985)

Gepubliceerd op 09-03-2021

Zimbabwe

betekenis & definitie

Republiek in zuidelijk Afrika, begrensd door Botswana, Zambia, Mozambique en Zuid-Afrika, 309 245 km2, 7,6 mln. inw. Hoofdstad: Harare (voorheen: Salisbury).

ECONOMIE

De beroepsbevolking telt 2,6 mln. personen, van wie 57,6 % in de landbouw werkt. Van de oppervlakte wordt 6 % (2,5 mln. ha) gebruikt voor de akkerbouw; 13 % is in gebruik als veeteeltgebied. De belangrijkste agrarische produkten (1982) zijn citrusvruchten (54 000 t), tabak (90 000 t), katoen (51 000 t), aardnoten (240 000 t), thee (10 000 t) en fruit (58 000 t). De veestapel van Zimbabwe telde in 1982 5,6 mln. runderen, 1 mln. geiten en 360 000 schapen. In 1983 kreeg het land, en m.n. Matabeleland, veel te lijden van de grote droogte, de ergste in 80 jaar.

Hierbij kwamen meer dan een miljoen stuks vee om en ging een groot deel van de oogst verloren, zodat de bevolking voor een groot deel afhankelijk werd van buitenlandse voedselhulp. De economie kwam toch al onder druk te staan door de zeer lage prijzen die Zimbabwe kreeg voor zijn exportprodukten. Het bruto nationaal produkt nam in 1983 met 3 % af. In aug. 1984 besloot het IMF het tweede deel van een extra-lening van f 940 mln. niet meer ter beschikking te stellen, omdat Zimbabwe niet aan de economische verplichtingen van het fonds voldeed. Het akkoord met het IMF was in mrt. 1983 getekend. Het eerste deel van f 565 mln. kon Zimbabwe in jan. 1984 nog wel opnemen, o.a. doordat de Zimbabweaanse dollar met 20 % was gedevalueerd zoals het IMF had voorgeschreven. Het overheidstekort bleef desondanks te groot.

De belangrijkste economische activiteit is de mijnbouw. Produkten daarvan zijn steenkool (2,9 mln. t), ijzererts, kopererts (24 600 t koper), tin, chromiet (536 100 t; vijfde op de wereldranglijst), nikkelerts (13018 t nikkel), wolfraam, goud (11 500 kg; zesde plaats op de wereldranglijst), asbest en magnesiet.

POLITIEK

Na de onafhankelijkheid boekte de coalitieregering van premier R.Mugabe al spoedig successen in het onderwijs en op het gebied van de afrikanisering van het regeringsapparaat. Aan de hooggespannen materiële verwachtingen van de zwarte bevolking kon echter onmogelijk tegemoet worden gekomen. De financiële middelen ontbraken om braakliggende gronden van blanke boeren te onteigenen. Ook de integratie en de gedeeltelijke demobilisatie van de guerrillalegers verliepen aanvankelijk niet vlot.

Mugabe streefde duidelijk naar een eenpartijstaat en organiseerde een campagne tegen J.Nkomo, die op 10.1.1981 zijn functie van minister van Binnenlandse Zaken onder dwang moest ruilen voor die van Planning en Ontwikkeling. Bij de blanke minderheid bleef het Rhodesian Front van ex-premier Ian Smith een monopoliepositie innemen, met alle van de 20 aan blanken voorbehouden parlementszetels.

Op 6.2.1982 zouden veiligheidsdiensten op een hoeve van Nkomo’s partij een wapenopslagplaats hebben ontdekt. Elf dagen later werd Nkomo uit de regering gezet. Enkelen van zijn aanhangers werden wegens verraad aangeklaagd, wat tot het ontstaan leidde van een aantal verzetsgroepen die zich op Nkomo beriepen. Vanuit Matabeleland kwam een vluchtelingenstroom naar Zuid-Afrika op gang. In jan. 1983 deden katholieke bisschoppen hun beklag over de gruweldaden die Mugabe’s vijfde legerbrigade in Matabeleland, waar Nkomo zijn grootste aanhang heeft, aanrichtte. De verdediging van de regering in Harare was zwak. Nkomo vreesde voor zijn leven en vluchtte in mrt. naar Londen, maar hij keerde in aug. 1983 naar Zimbabwe terug.

Begin 1984 ondernam Mugabe verdere stappen om Zimbabwe tot een éénpartijstaat om te vormen. O.a. richtte hij een 15 leden tellend Politbureau op. De door Londen ontworpen grondwet van 1980 verbiedt echter tot 1990 alle belangrijke wijzigingen, indien niet alle 100 parlementsleden het ermee eens zijn.

Behalve het Patriottisch Front (PF) van Nkomo was er inmiddels van de oppositie nog maar weinig over. De conservatieve Alliance Zimbabwe, het vroegere Rhodesian Front van Ian Smith, hield nog zeven zetels over nadat dertien blanke parlementsleden naar de Zimbabwe African National Union waren overgelopen. Ook de United African National Council (UANC) verloor tijdens de gevangenschap (nov. 1983-sept. 1984) van zijn leider, ex-premier bisschop Abel Muzorewa, veel van zijn aanhang.

LITT. M.G.Schatzberg (red.), The political economy of Zimbabwe (1984).

< >