Duits schrijver, *17.4.1932 Chemnitz. Schneider groeide op in Wernigerode in de Harz.
Van 1951-55 studeerde hij germanistiek en pedagogie aan de Luther-Universiteit in Wittenberg. Daarna was hij tot 1958 redacteur in Oost-Berlijn. Sinds 1979 is hij werkzaam als dramaturg in Mainz. Schneider debuteerde met hoorspelen, waarin hij de westerse levensstijl ironiseerde. Hij schreef een groot aantal televisiestukken en toneelspelen. Daarnaast publiceerde hij enkele romans en een bundel litteraire parodieën (Aus zweiter Hand, 1958).
Wegens zijn sleutelroman November (1979), die in de BRD verscheen, werd hij uit de Oostduitse schrijversbond gestoten. Werken: toneel: Prozess Richard Waverley (1961), Der Mann aus England (1962), Einzug ins Schloss (1971), Die Mainzer Republik (1980); romans: Die Tage in W. (1966), Der Tod des Nibelungen (1970), Die Reise nach Jaroslaw (1974), Das Glück (1976); verhalen: Brücken und Gitter (1965), Nekrolog - unernste Geschichten (1973).
