Duits danser en choreograaf, *23.1.1928 Esperstedt. Schilling studeerde aan de school van het operaballet te Dessau en werd opgeleid door o.a.
M.Wigman en O.Iljina. Van 1946-52 werkte hij bij gezelschappen te Dresden en Leipzig en van 1953—56 in Weimar, waar hij in 1953 als choreograaf debuteerde met Gayaneh op muziek van A.I.Chatsjatoerjan. Van 1956—64 was Schilling balletdirecteur en choreograaf van de Dresdner Staatsoper en sinds 1965 bekleedt hij deze functies bij de Komische Oper te Oost-Berlijn. Hij werkte als gastchoreograaf bij het Grand Ballet Classique de France, het Ballet royal de Wallonie, het Noors Nationaal Ballet, het ballet van de Weense Staatsopera en in de USSR. Hij werd onderscheiden met o.a. de Prijs van de Choreografie te Varna (1968) en de kritiekprijs van Berlijn (1970). Tot zijn choreografieën behoren Abraxas (1957; muziek W.Egk), De stenen bloem (1960; muziek S.Prokofjev), Die sieben Todsünden (1962; muziek K.Weill), Symphonie fantastique (1967; muziek H.Berlioz), La mer (1968; muziek C.Debussy), Der Mohr von Venedig (1969; muziek B.Blacher), Undine (1970; muziek H.W.Henze), Black birds (1975; muziek G.Katzer) en A new midsummer night’s dream (1981; muziek G.Katzer).
