Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek (1985)

Gepubliceerd op 09-03-2021

Oostenrijk

betekenis & definitie

(Republik Österreich), republiek in Midden-Europa, begrensd door de BRD, Tsjechoslowakije, Hongarije, Joegoslavië, Italië, Zwitserland en Lichtenstein, 83 853 km2, 7,5 mln. inw. Hoofdstad: Wenen.

ECONOMIE

Het bevolkingsaantal van Oostenrijk blijft vrijwel constant. 8,3 % van de beroepsbevolking is werkzaam in de landbouw. De belangrijkste landbouwprodukten waren in 1982 tarwe (1,24 mln. t), gerst (1,44 mln. t), maïs (1,45 mln. t), aardappelen (1,1 mln. t) en suikerbieten (3,34 mln. t). De wijnbouw produceerde in 1982 500 000 t wijn. De veestapel bestaat uit 4 mln. varkens, 2,5 mln. runderen, waarvan 1 mln. melkkoeien, die in 1982 samen 3,7 mln. t melkprodukten leverden, en 194 000 schapen. De landbouw is niet in staat het land van voldoende voedingsmiddelen te voorzien; meer dan de helft van de levensmiddelen wordt ingevoerd. In Tirol en Vorarlberg moet de landbouw plaatsmaken voor recreatie.

Skihellingen hebben zodanig onder het winterse gebruik te lijden dat ander gebruik in de zomer niet meer mogelijk is. Daarnaast worden in een aantal sterk in trek zijnde gebieden de traditionele zomerweidegebieden gebruikt om vakantiedorpen te bouwen. In 1981 telde Oostenrijk 128 mln. overnachtingen door in totaal 13 mln. toeristen, die voor 72 % afkomstig waren uit de BRD en voor 11 % uit Nederland.

CULTUUR

LITTERATUUR. De Oostenrijkse litteratuur bleek nauwelijks getekend door de oorlog en de naweeën ervan. Het probleem van de collectieve schuld kwam er niet aan bod, evenmin als andere maatschappelijke thema’s. Kennelijk ging de aandacht uit naar de situatie van de enkeling in de moderne samenleving.

De belangrijkste naoorlogse dichters waren I.Bachmann (1926-73) en C.Lavant (1915-73), die resp. existentialistisch en mystiek getinte poëzie schreven. In de jaren zestig bloeide de Wiener Gruppe van experimentele dichters, die ook met het woord en zijn betekenis wilden afrekenen. F. Achleitner, K.Bayer, E.Jandl, H.Artmann, G. Rühm en O.Wiener dreven deze stroming tot de uiterste grens van het litteraire.

Tot de prozaschrijvers die het beeld na de oorlog bepaalden, behoorden A.Gütersloh (1887—1973), A.Lernet-Holenia (1897-1975), K.Waggerl (1897-1973) en I.Aichinger. Zij schreven streekromans, psychologische of sociale romans. Prozaschrijvers van recentere datum zijn: de toneelvernieuwer P.Handke, T.Bemhard, A.Brandstetter,

H.Eisendle, G.Roth, F.Innerhofer, P.Rosei en B.Frischmut. Zij experimenteren vaak met de taal.

LITT. H.Spiel (red.), Die zeitgenössische Literatur Österreichs (1976); A.Best en H.Wolfschutz, Modern Austrian writing. Literature and society after 1945 (1980).

FILM. De grote produktiefirma Wien Film verdween ten gevolge van het fiasco van dure internationale films zoals A little night music (1978) met E.Taylor. Daarmee leek ook de Oostenrijkse film voorgoed verdwenen. Van staatssteun was nauwelijks sprake, want die ging grotendeels naar de schouwburgen en muziekuitvoeringen. Aan het begin van de jaren tachtig viel echter een opleving te bespeuren. Het betekende echter geen terugkeer naar de oude ontspanningsfilm, zoals die van Willi Forst, maar het ontstaan van een reeks auteursfilms over eigentijdse problemen, zoals Kieselsteine (1982) van L.Stepanik, Karambolage (1982) van K.Kino en Die Ausgesperrten (1982) van F.Nowottny. Op het festival te Berlijn in 1983 onderscheidde zich Der stille Ozean van de gewezen cameraman X.Schwarzenberger; de film brengt een indringende studie over een gewetenscrisis.

POLITIEK.

Bij de parlementsverkiezingen van april 1983 verloor de socialistische SPÖ van kanselier Bruno Kreisky haar absolute meerderheid. Kreisky, die 13 jaar lang de Oostenrijkse politiek had geleid, nam ontslag als kanselier en enige tijd later ook als partijvoorzitter van de SPÖ. In beide functies werd hij opgevolgd door vice-kanselier Fred Sinowatz.

Op buitenlands gebied bleef Oostenrijk streven naar betere betrekkingen met de communistische buurlanden. De crisis in Polen veroorzaakte een stroom van ca. 45000 Poolse vluchtelingen naar Oostenrijk. In dec. 1981 werd voor de Polen een visumplicht ingevoerd om die vloed in te dammen.

De SPÖ werd in juli 1984 in beroering gebracht door een opflakkering van het uit 1980 daterende omkoopschandaal rond bankdirecteur Hannes Androsch, de vm. minister van Financiën. Zijn partijgenoot en opvolger als minister van Financiën Herbert Salcher liet op 28 aug. het onderzoek heropenen. Wellicht onder druk van Androsch’ sympathisanten werd Salcher echter op 3 dec. als minister van Financiën vervangen door Franz Vranitzky. Tegelijkertijd moesten ook vier andere ministers, onder wie minister van Buitenlandse Zaken Erwin Lane, aftreden. Lane werd opgevolgd door Leopold Gratz, burgemeester van Wenen.

< >