Sinds 1972 sir, Engels astronoom, *24.6.1915 Bingley. Hoyle, al lang een controversieel wetenschapper, kwam in 1979 weer in het nieuws toen hij samen met zijn leerling S.Wickramasinghe, eveneens een astrofysicus van naam, een theorie publiceerde over het bestaan van genetisch materiaal in het heelal.
Zij postuleerden dat grote wereldepidemieën (o.a. de pestepidemieën) veroorzaakt zouden zijn door ziektekiemen uit het heelal die de aarde bereikten. In een latere versie van hun theorie deden zij een aanval op het gevestigde concept van de chemische evolutie. Zij beweerden dat de kans dat door toevallige samenloop de in de oerzee gevormde aminozuren de voor leven nodige zeer complexe verbindingen zouden vormen, onmogelijk klein is. Hun theorie wordt uitvoerig uiteengezet in het in 1984 verschenen boek The intelligent universe, a new view of creation and evolution. Het wetenschappelijk werk van Hoyle werd indirect beloond, toen W.Fowler in 1983 de Nobelprijs voor natuurkunde ontving voor werk dat hij in de jaren vijftig samen met Hoyle had gedaan. Werken: Diseases from space (1979), Physics-astronomy frontier(1980), Common sense in nuclear energy (1980), Space travellers (1981), Ice: the ultimate human catastrophe (1981).