Zeilsport - Het zeilen wordt vooral beoefend als sport, met jachten, kotters, boeiers, sloepen, enz.; alzoo tot ontspanning, waarbij de beoefenaars dan tevens handige lieden worden. Groote of kleinere jachten, kotters, boeiers, enz. zijn meest het eigendom van rijke particulieren, daar het flinke en nette uitrusten en onderhouden dezer vaartuigen zeer kostbaar is. Het zeiltuig, dat bij de z. gebruikt wordt, is zeer verschillend van grootte en vorm, zoo ook de vaartuigen. De zaak is om zoo snel mogelijk te zeilen, hetzij om eenig doel te -bereiken, dan wel om in wedstrijden prijzen te winnen.
Daartoe wordt op de vaartuigen veel meer zeil gezet dan zij eigenlijk kunnen voeren, doch tegen het omslaan wordt dan de kiel een belangrijke dieptreding in het water meer gegeven (zie fig. 4, Kieljacht), waardoor die kiel bij het zwaar overhellen van ’t vaartuig, bij wijze van plank, veel weerstand zal bieden in het water. Soms zijn deze kielen ook met veel lood bezwaard, waardoor het vaartuig steeds een sterke neiging zal behouden zich te rechten. De vaartuigen zelf zijn lang en scherp en van zoo sierlijk mogelijken vorm, opdat zij als een mes het water mochten doorsnijden. In plaats van een hooge kiel heeft men ook wel een beweegbare zwaardkiel (fig. 3) of zwaarden (maar dan aan weerszijden een), die men, naarmate de diepte of ondiepte, laat zakken of ophaalt, ten einde de stabiliteit van het vaartuig wegens het groote zeiltuig te verzekeren, en ook het afdrijven (verleieren) te beletten mede door den weerstand van zwaardkiel of zwaarden in het water. De ijssport heeft een soort van zeilende slede, van latwerk, in den vorm van een langen gelijkb. driehoek op 1 of 2 ribben (bij wijze van schaats), in gebruik gebracht — een anderen vorm van de ijsschuitjes der vroegere eeuwen. Niet veel zeil zelfs is er noodig om het geheel met groote snelheid over het ijs te doen gaan. Uit den aard der zaak is deze sport thuis in landen met uitgebreide ijsvlakten en strenge langdurige winters : Canada, Noorwegen en Zweden, Rusland.
