Zeevaartkunde - te onderscheiden in theoretische z. en practische z. De eerste wordt ook wel genoemd stuurmanskunst en omvat de wetenschap, die zich ten doel stelt de plaats van een schip op zee te bepalen en daaruit af te leiden den weg, dien men moet volgen om de plaats van bestemming op de meest geschikte wijze te bereiken, en de wijze, waarop dat moet geschieden. Tot de voornaamste harer grondslagen behooren eenige feiten en verschijnselen, die de sterrenkunde doet kennen.
Zie overigens: „Zeevaartkunde” door P. Haverkamp, J. van Roon en L. M. J. Gregory. (Uitg. C. de Boer, den Helder). De practische Z. leert het omgaan met zeil- en stoomschepen en sloepen in verschillende omstandigheden, zoowel wat betreft weer en wind, als stroom en gesteldheid der vaarwaters. Zie : „Handboek der Practische Zeevaartkunde” door C. Rühl. (Uitg.de Boer, den Helder.) „Modern Seamanship” by Austin M. Knight, Rear-Admiral U.S.A. Fifth edition. „Leitfaden der Seemannschaft”, bearbeitet von E. Dick, Admiral. Zweite Auflage. Dixon Kemp’s „Manual of yacht and boat sailing and yacht-architecture”. Eleventh edition.