Woestyne - (Karel van de), Vlaamsch dichter, geb. 1878 te Gent, studeerde filosofie aldaar, maar liet zijn studie varen om zich geheel aan zijn dichtkunst te kunnen wijden. Was o. m. mederedacteur van „Vlaanderen” en correspondent van de „Nieuwe Rotterdamsche Courant”. In zijn kunst stond hij onder den invloed van de „Nieuwe Gids”, hoewel hij geen zuiver impressionist is op de wijze van Van Deyssel en Gorter. Hij is „innerlijk gehoorsmensch, die meer in zichzelf hoort dan hij buiten zich ziet”.
Op het oogenblik is van de Woestyne ongetwijfeld de beteekenisvolste Vlaamsche dichter. Van zijn werken noemen wij hier : Het Vaderhuis (1903), De Vlaamsche Primitieven, hoe zij waren te Brugge (1903), De gulden Schaduw (1910), Homeros Ilias (1910), De bestendige Aanwezigheid (1918), Goddelijke Verbeeldingen (1918). Zie over hem d’Oliveira, De jongere Generatie.