Wildeboer - (Gerrit), 1865—1912, Ned. Herv. oud-testamenticus, studeerde te Leiden onder Kuenen en Oort; pred. te Heilo, 1884—1907 hoogl. te Groningen (theol. faculteit), daarna te Leiden (lit. faculteit). Hij was ethisch theoloog, door zijn leerlingen en zijn vrienden zeer gewaardeerd, ook om zijn voorkomendheid en zijn warme religiositeit; hij maakte, meer dan zijn door hem hooggeschatte leermeesters, nadrukkelijk onderscheid tusschen wetenschappelijk-kritische vastlegging der feiten en religieuze waardeering dierzelfde feiten; zie ook VALETON. Zijn belangrijkste werken zijn: Het ontstaan van den Kanon des Ouden Verbonds 1908);
De Letterkunde des O. V. (1903); Karakter en Beginselen van het hist.-krit. Onderzoek des O. V. (1887); Nieuw Licht over het O. T. (1910); Spreuken, Prediker en Esther in den Martikommentaar.