Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 17-01-2019

Warmwaterverwarming

betekenis & definitie

Warmwaterverwarming - de naam van een systeem van centrale verwarming, waarbij de warmte uit de brandstof op één plaats (de ketel) wordt medegedeeld aan water, dat door een systeem van buizen gevoerd wordt naar zichtbare licht (ultrarood*); bij hoogere temperatuur, als het lichaam gloeit, wordt echter ook zichtbaar licht uitgezonden. Het maximum van de uitgezonden energie ligt bij een golflengte, die omgekeerd evenredig is met de absolute temperatuur (verschuivingswet van Wien). Zoowel voor kleinere als voor grootere golflengten neemt de uitgestraalde energie naar nul af. Ter verklaring van deze verandering van de uitstraling met de golflengte heeft Planck aangenomen, dat de in het lichaam aanwezige trillende systemen (die hij resonatoren noemde) eerst energie kunnen uitstralen, wanneer zij zelf een bepaalde hoeveelheid energie bezitten, welke hoeveelheid gelijk moet zijn aan het product van de eigenfrequentie dezer systemen met een constante (de constante van Planck).

Deze gedachte vormt den oorsprong van de verwarmingslichamen (radiatoren, enz.), die op hun beurt de warmte afstaan aan de lucht der te verwarmen lokalen. Op het hoogste punt van het geheel met water gevulde systeem is een expansievat* aangebracht. Bij de z.g. zwaartekracht-verwarming heeft de circulatie plaats door het verschil in gewicht tusschen warm en afgekoeld water. Hierdoor bestaat er een bepaald verband tusschen den verticalen afstand tusschen ketel en radiatoren, de watertemperatuur en de sterkte der circulatie van het water in het systeem. In de teekening is deze afstand aangeduid met h, de temperaturen met tl en t2, terwijl pijlen de richting der circulatie aangeven. Links is een installatie met z.g. onderverdeeling schematisch aangegeven, waarbij beide horizontale hoofdleidingen (aan- en afvoer) onder de radiatoren liggen, terwijl rechts een bovenverdeeling is weergegeven, waarbij de aanvoerleiding boven de hoogste radiatoren ligt. Welk systeem de voorkeur verdient, wordt bepaald door de afmetingen en de indeeling van het gebouw. De meest rechts geteekende valbuis vertoont het éénbuissysteem; hier ontvangt de lager geplaatste radiator water, dat reeds gedeeltelijk is afgekoeld in een hooger staanden.

De overige radiatoren zijn aangesloten volgens het tweebuissysteem, waarbij de temperatuur van het instroomende water voor alle dezelfde is, afgezien van de verliezen door afkoeling in de buizen. Een voorbeeld, waarbij deze afkoeling een groote rol speelt, is de étage-verwarming. Circulatie en temperatuursverschil in het aan- en afstroomende water zijn van elkaar onafhankelijk bij de pompverwarming. (Zie: LEDENKETEL (Suppl.), RADIATOR, RIBBENHUIS (Suppl.), REGULEERKRAAN). Het belangrijke voordeel der waterverwarming, waardoor dit systeem zich van alle andere onderscheidt, is de mogelijkheid van centrale regeling, d. i. men kan de warmte-afgifte der radiatoren in overeenstemming houden met de behoefte, dus met de buitentemperatuur. De temperatuur van het water uit den ketel kan men kiezen tusschen 35° en 90° C. en daarmede voor alle radiatoren de afgifte regelen. Het onaangename oververwarmen van de vertrekken kan bij dit systeem dus worden voorkomen en hierdoor is het tevens het meest economische.

< >