Vormleer (muzikale) - de theorie van de groepeering van het klankenmateriaal, van de rangschikking der motieven, van de ontwikkeling der thema’s en hun tegenoverstelling. De muz. v. heeft zich — zooals alles in alle kunsten — geleidelijk ontwikkeld, is begonnen met de eenvoudigste vormen, om tot de meest samengestelde te geraken. De grootste vooruitgang in de toepassing der muz. v. dateert van het oogenblik, waarop de componisten inzagen, dat geen vorm de ware levenskracht kan bezitten, waarin niet het beginsel der tegenstellingen (contrasten) tot uiting komt.
Een der eersten, die dat doelbewust toepasten, was Mozart, die in het tweede thema van zijn groote Allegro’s het „cantabileelement” tot uiting bracht. Nadere studie over de v. behoort te geschieden, met behulp der vaklitteratuur. De noodzakelijkheid van scherpomlijnde vormen, voor een muzikaal kunstwerk (en daarmee die van de v.) wordt door de ultramodernen geloochend.