Voorhoede

betekenis & definitie

Voorhoede - het deel van een troepenafdeeling, dat dient om die afdeeling gedurende den marsch te beveiligen. Zij heeft tot taak het terrein voorwaarts en ten deele aan weerszijden van de marschrichting te doorzoeken, berichten omtrent den vijand in te winnen, de nadering van kleine vijandelijke afdeelingen tot de hoofdmacht te beletten, tijdig bericht van diens nadering te geven en hem zóó lang op te houden, dat de hoofdmacht tijd en ruimte heeft zich in den gevechtsvorm te ontwikkelen of in staat is het gevecht te ontwijken. Bovendien moet zij hindernissen opruimen, die den marsch kunnen vertragen en de vereischte herstellingen aan wegen en bruggen verrichten. De v. bestaat, al naar gelang van de samenstelling en sterkte van de marcheerende troepenmacht, uit een of meer wapens, waaraan zoo noodig genietroepen, pontonmaterieel en geneeskundig personeel is toegevoegd; de v. staat onder bevel van den voorhoedecommandant, die in het voorhoedebevel o. a. aangeeft de indeeling der v., de afstanden der onderdeelen, de taak der ingedeelde verkenningsorganen; in groot verband heeten de hoofddeelen van de v.: hoofdtroep, voortroep en spits; bij afzonderlijk marcheerende cavalerie of wielrijders zendt de voorhoedecommandant bovendien op grooten afstand (b.v. tot 10 K.M.) een afzonderlijke voorpatrouille — bij voorkeur wielrijders — naar een aan te geven punt vooruit.