Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 17-01-2019

Volksraad in ned. indië

betekenis & definitie

Volksraad in ned. indië - Bij de wet van 16 Dec. 1916, Ind. S. 1917, No. 114, werd het Regeeringsreglement gewijzigd door inlassching, achter het laatste, van een nieuw, tiende, hoofdstuk: „van den Volksraad”; hiermede werd de mogelijkheid geopend, zij het vooreerst op zeer bescheiden schaal, dat ook de stem der „geregeerden” bij de vaststelling van verschillende regeeringsmaatregelen gehoord werd. De V. bestaat uit 49 leden. Het lid, tevens voorzitter, wordt benoemd door den koning.

Door den Gouverneur-Generaal worden 24 leden benoemd, na raadpleging van den Raad van Ned. Indië, die voor elke plaats aanbevelingen doet van minstens twee personen; 8 leden daarvan moeten behooren tot de Inlanders en 16 tot de Europeanen en vreemde Oosterlingen. De overige 24 leden worden gekozen door de leden van de raden, ingesteld krachtens het tweede lid van art. 68b van het Regeeringsreglement. (Zie DECENTRALISATIEWET.) Hiervan moeten 12 leden behooren tot de Inlanders en 12 tot de Europeanen en de vreemde Oosterlingen. De V. benoemt zijn secretaris, welke geen lid is van dien raad. De Gouverneur-Generaal raadpleegt den V. over alle zoodanige onderwerpen als waarover hij het oordeel van het college wenscht te vernemen. Ten aanzien van eenige onderwerpen is hij echter verplicht advies in te winnen. Deze zijn: a) de begrooting en het slot der rekening van Ned. Indië; b) de bestemming van het voordeelig en de dekking van het nadeelig slot der onder a) bedoelde rekening; c) het aangaan van geldleeningen ten laste van en het waarborgen van geldleeningen door Ned.

Indië, krachtens besluit van den Gouverneur-Generaal; d) de ontwerpen van algemeene verordeningen, welke aan de ingezetenen persoonlijke militaire lasten opleggen; e) zoodanige andere onderwerpen, als door den koning bij algemeene verordening worden aangewezen De V. kan de belangen van Ned. Indië en zijn ingezetenen voorstaan bij den koning, bij de Staten-Generaal en bij den Gouverneur-Generaal. De vergaderingen van den V. worden in het openbaar gehouden te Batavia. Jaarlijks worden twee gewone zittingen gehouden; de eerste zitting wordt op den derden Dinsdag der maand Mei geopend. De Gouverneur-Gen. stelt het tijdstip van opening der tweede zitting vast, terwijl buitengewone zittingen gehouden kunnen worden, wanneer de Gouv.-Gen. of 15 leden der V. dit verlangen. — Door de instelling van den V. is eindelijk voorzien in de behoefte aan een vertegenwoordigend lichaam, dat op kan komen voor de belangen van de bevolking, die het heeft te behartigen. Eigenlijk was dit lichaam in het leven geroepen als zuiver adviseerend, maar reeds van den aanvang af is er groote kracht van den V. uitgegaan, heeft hij ook met zoo’n toewijding, ernst en ijver op de vervulling zijner taak zich toegelegd, dat hem een gezag en invloed is verschaft, die alle verwachtingen te boven gingen. De V. heeft zich echter dan ook direct op het standpunt geplaatst, dat hij kritiek en toezicht op de Regeering mocht uitoefenen, evenals dat in een Parlement pleegt te geschieden, en dit was verklaarbaar en kon ook niet worden tegengegaan. Immers in de totstandkoming der Indische begrooting is hem een gewichtig aandeel toegekend, daar de Gouv.-Gen. de begrooting voorloopig vaststelt volgens het gevoelen van den V. — In 1922 is een wetsontwerp ingediend tot herziening der staatsinrichting van Ned.

Indië. Terwijl hierbij de uitvoerende macht blijft opgedragen aan den Gouv.-Gen., wordt de wetgevende macht zooveel mogelijk uitgeoefend door in Indië zetelende lichamen. De bemoeienis van den Nederlandschen wetgever wordt beperkt tot enkele onderwerpen, terwijl alle andere onderwerpen worden geregeld door V. of Wetgevenden Raad, beide in overeenstemming met den Gouv.-Gen. De gewone wetgever is de Gouv.-Gen. in overeenstemming met den Wetgevenden Raad, die uit en door den V. wordt gekozen en uit 18 leden bestaat. De V. in pleno treedt alleen op bij de vaststelling der begrooting en in zeer bijzondere gevallen, zoo het den Wetgevenden Raad wenschelijk voorkomt. Wordt geen overeenstemming bereikt tusschen Gouv.-Gen. eenerzijds en V. of Wetgevenden Raad anderzijds, dan beslist de wetgever in Nederland.

< >