Vissering (mr. simon) - Nederl. publicist en staathuishoudkundige, geb. 1818 te Amsterdam, overl. 1888 te Ellecom, studeerde in Amsterdam, daarna te Leiden, in de letteren en in de rechten, waarin hij tegelijk promoveerde in 1842 ; begon in 1846 belangwekkende artikelen te schrijven in het „Handelsblad” naar aanleiding van de opheffing der korenwetten in Engeland, om weldra verbonden te worden aan „de Gids”, waarvan hij in of buiten de redactie 42 jaar lang een der getrouwste medewerkers was en den inhoud verrijkte met belletristische bijdragen, die een blijvende vermaardheid hebben gekregen. Na eenige zorgvolle jaren wegens gebrek aan een vasten werkkring zag de kundige rechtsgeleerde en uitmuntende stilist zich in 1850 verrast met de benoeming tot opvolger van Thorbecke aan de Leidsche Universiteit: op diens aanbeveling was hij als No. 2 van de voordracht benoemd. Daarmee opende zich de gelukkigste levensperiode voor hem, omdat hij er in slaagde groote belangstelling voor de oeconomische wetenschap te wekken niet alleen aan de hoogeschool, maar ook in ruimer kring.
Op 61-jarigen leeftijd kon hij niet den aandrang weerstaan, om het professoraat met de portefeuille voor financiën te verwisselen ; doch legde in 1881 den te zwaren last neer, toen zijn ontwerp tot heffing van een rentebelasting geen steun vond in de Tweede Kamer. V. gaf uit: Geschiedenis der tariefhervorming in Engeland (1847, met Mr. D. Portielje); Het ivisselrecht der 19de eeuw (1850); Handboek der practische staathuishoudkunde (1860—1865); Herinneringen (1ste bundel: Studiën en Schetsen, 1863, 2de Politieke vertoogen, 1863, 3de Verspreide opstellen 1872), welke na zijn dood door zijn zoon werden aangevuld met 2 bundels Verzamelde geschriften (1889).