Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 17-01-2019

Vierling

betekenis & definitie

Vierling - (Georg), Duitsch toonkunstenaar, geb. 1820 te Frankenthal, overl. 1901 te Berlijn, was organist en dirigent te Frankfort a. O., leidde van 1852—53 de Liedertafel te Mainz, en richtte daarna te Berlijn — waar hij zijn verder leven vertoefde — de Bach-Vereeniging op. In 1882 werd hij benoemd tot lid der Kon. Akademie. Een zeer groot aantal composities van zijn hand, bevat werken, die een tijd lang zeer geliefd waren (Der Raub der Sabinnerinnen, Konstantin, enz.), maar die thans spoorloos uit het muziekleven zijn verdwenen.

< >