Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 17-01-2019

Vicarie

betekenis & definitie

Vicarie - Een v. was een geestelijke stichting, uit welker goederen werd onderhouden een vicaris, d. i. een geestelijke, die op het altaar van de v. missen moest lezen voor het zieleheil van den stichter zelf of van de door hem bij den stichtingsbrief aangewezenen. Deze missen werden gelezen op bepaalde dagen door een priester, die de inkomsten der v. trok en vicaris heette. Dit vicariaat was een geestelijk ambt, een officium. Degene, die het begaf, m. a. w. die den vicaris benoemde, was gewoonlijk een familielid van den stichter, en bij zijn leven was het de stichter zelf.

In den stichtingsbrief was geregeld, wie in de toekomst de v. had te begeven en welke personen bij voorkeur voor benoeming tot vicaris in aanmerking kwamen. Op kosten van de v. werd in den regel een toekomstige vicaris tot priester opgeleid. Degene, die het recht van begeving had, heette patroon of collator ; hij confereerde het ambt aan den vicaris en presenteerde dezen vervolgens aan den bisschop en de bisschop institueerde den aldus met de v. gebeneficieerde. Na de Reformatie bleven wel de pastoorsstichtingen als pastoralia voor den predikant bestaan, want de predikant was „de gereformeerde pastoor”, doch de vicariën bleven slechts wat het vermogensrechtelijke betreft in stand. Wat het geestelijke betreft, verdwenen zij; immers het lezen van zielmissen in de kerk, waar het altaar was gevestigd, in den stichtingsbrief aangewezen, was vervallen ; het kerkgebouw zelf was met en door de Reformatie niet meer in dienst van den R.-K. godsdienst, doch van den Gereformeerden godsdienst, de altaren waren weggeruimd; zielmissen werden in den Gereformeerden kerkdienst geweerd.

De opbrengst der vicariën werd nu niet meer voor zielmissen doch voor andere vrome doeleinden aangewend, krachtens besluit der provinciale en stedelijke overheden. Verschillende v.-goederen en -inkomsten zijn samengesmolten met die der plaatselijke Gereformeerde (thans Nederd. Hervormde) gemeenten. Vele ook zijn in handen geraakt van den patroon, die de uitkeering staakte, in strijd met de bedoeling des stichters, in strijd ook met de bedoeling van de Gereformeerde wereldlijke overheid, die, gelijk gezegd, de vicariën als stichtingen voor andere vrome doeleinden had laten bestaan of wel de goederen en inkomsten had doen versmelten met die van andere stichtingen, b.v. van de plaatselijke Gereformeerde (thans Nederduitsch Hervormde) kerkelijke gemeenten, of b.v. van de Leidsche Universiteit (ook een stichting met eigen fondsen). Een aanhangig gemaakt wetsontwerp betreffende v.-goederen, is nimmer tot wet verheven.

< >