Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 17-01-2019

Verloskunde

betekenis & definitie

Verloskunde - is dat gedeelte der geneeskunde, dat zich in het bijzonder bezighoudt met alles, wat met zwangerschap en verlossing in verband staat. Reeds in de oudste tijden, toen omtrent bouw en verrichting der vrouwelijke geslachtsorganen eigenlijk nog niets bekend was, heeft men zich reeds met de hulp aan barende vrouwen beziggehouden. Deze hulp werd ook door vrouwen verleend; de heilige boeken van Israëlieten, van Egyptenaren spreken te dien opzichte van vrouwen. Onder de Grieksche en Romeinsche goden, die met de baring in verband gebracht worden, komen slechts vrouwelijke figuren voor.

In de volgende eeuwen, en gedurende de geheele periode der Middeleeuwen heen, bleef de v. in handen van vrouwen; slechts in moeilijke gevallen werd van mannelijke hulp gebruik gemaakt. Dit iswel oorzaak, dat ook de oudste leerscholen der v. vroedvrouwscholen zijn geweest en de oudste boeken over v. leidraden waren voor aanstaande vroedvrouwen. In den tijd van de Renaissance met haar opleving der ontleedkunde is eerst sprake geweest van een meer wetenschappelijke behandeling der v., die onderdeel van de chirurgie was. Toen Lodewijk XIV voor de bevalling van Madame de Lavallière een arts te hulp riep, begon de v. zich in hooger aanzien te verheugen. Onder de grootere werken over v. dient in het bijzonder het groote werk van Van Deventer genoemd te worden, Morgenrood der vroedvrouwen (1701), waarin op meesterlijke wijze de bekkenafwijkingen en haar beteekenis voor de verloskunde zijn beschreven. In 1723 vond Palfyn in Gent een instrument uit voor het ingeklemde hoofd; in 1735 kwam de Engelschman Chapman met de verloskundige tang, die een groote ommekeer in de operatieve v. teweegbracht, aangezien zij de, het kind meestal opofferende, oudere instrumenten verving. In 1763 leerde Smellie den gang van het geboorteproces en verbeterde hij de verloskundige tang. De kunstmatige vroeggeboorte is, ook door Engelsche verloskundigen, het eerst in het midden van de 18de eeuw in toepassing gebracht.

Van grooten invloed op de v. is het oprichten van instituten en leerscholen geweest, waar verloskundigen opgeleid werden. In Parijs werd het HôtelDieu voor aanstaande vroedvrouwen ingericht; in 1728 werd in Straatsburg een leerschool geopend, die ook voor mannen toegankelijk was. In Engeland waren in 1740 reeds enkele leerscholen voor vrouwen;'in 1765 kwam in Londen in Westminster-Hospital ook de gelegenheid voor artsen om zich in v. te bekwamen. Later kon de v. in haar ontwikkeling gelijken tred houden met die der genees- en heelkunde. Eén der grootste triomphen der v. in de 19de eeuw is wel geweest de bestrijding der zoo gevreesde kraamvrouwenkoorts, waaraan de naam van Semmelweiss gebonden is. Thans maakt de v. deel uit van de studie in geneeskunde en wordt zij in het bijzonder onderwezen aan aanstaande vroedvrouwen in de daarvoor bestemde scholen.

< >