Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 17-01-2019

Verhey

betekenis & definitie

Verhey - 1) Anton Bernardus H., toonkunstenaar, geb. 1871 te Rotterdam, waar hij een belangrijke plaats in het muziekleven inneemt. V. ontving het eerste onderricht van zijn vader, en kwam daarna aan de Muziekschool der Mij. t. b. d. Toonkunst, onder de leiding van Fr. Gernsheim. Hij ontwikkelde zich tot een even voortreffelijk pianist als organist, componeerde eenige zeer verdienstelijke mannenkoren, en toonde een uitmuntend dirigent te zijn als leider van Rotte’s Mannenkoor en van de zangvereenigingen van de afdeelingen van „Toonkunst” in Rotterdam en in Den Haag.' Ook als leeraar in het pianospel is V. zeer gezocht.

2) Theodoor H. H. (niet verwant met den vorige 1), componist, geb. te Rotterdam 1848 ; was oorspronkelijk violoncellist en daarnevens goed pianist en leeraar in de theoretische vakken en de compositie. V. heeft veel gecomponeerd, in een stijl, die in den verleden tijd thuis hoort. De Duitsche opera te Rotterdam voerde een drietal opera’s van hem op : Eine Johannisfeier auf Amrom, Imilda, König Arpad ; de Ned. Toonk. Ver. bekroonde een kwintet voor piano en vier blaasinstrumenten, terwijl een viool- en een pianoconcert eenige malen werden uitgevoerd.

< >