Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 17-01-2019

Uitweg

betekenis & definitie

Uitweg - De eigenaar van een stuk land of erf, dat tusschen andere landen zoodanig ligt ingesloten, dat het geen toegang heeft tot den gemeenen weg of de gemeene vaart, is bevoegd van de eigenaars der naastgelegen landen te vorderen, dat zij hem een uitweg ten dienste van zijn land of erf aan wijzen, onder verplichting eener vergoeding, geëvenredigd aan de schade daardoor te veroorzaken (art. 715 B. W.). Deze uitweg moet gemeenlijk genomen worden aan de zijde waar de toegang de kortste is, zoo echter, dat altijd bij voorkeur die richting genomen moet worden, welke de minste schade veroorzaakt (art. 716 B. W.). De uitweg vervalt, zoodra hij niet meer noodzakelijk is (art. 718 B. W.).

< >