Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 17-01-2019

Uitbreidingsplan

betekenis & definitie

Uitbreidingsplan - Volgens art. 28 der Woningwet stelt de raad in gemeenten, die meer dan 10.000 zielen tellen, alsmede in gemeenten, wier zielental in de laatste vijf jaren met meer dan een vijfde is toegenomen, behoudens vrijstelling van Gedeputeerde Staten, een plan van uitbreiding vast, waarbij de grond wordt aangewezen, die in de naaste toekomst voor den aanleg van straten, grachten en pleinen is bestemd.

Dit plan wordt ten minste éénmaal in de tien jaren herzien.

Het plan van uitbreiding, alsmede de plannen tot herziening daarvan, zijn aan de goedkeuring van Gedeputeerde Staten onderworpen. Tegen weigering van de goedkeuring kan door den Raad en tegen het verleenen van de goedkeuring door belanghebbenden binnen een maand beroep op de Kroon worden gedaan.

Het ontwerp van het plan van uitbreiding alsmede de ontwerpen tot herziening daarvan liggen met uitvoerige kaarten en grondteekeningen ten minste gedurende vier weken vóór de vaststelling op de gemeente-secretarie voor een ieder ter inzage.

Van de nederlegging en van de goedkeuring door Ged. Staten wordt door het hoofd van het gemeentebestuur in een of meer nieuwsbladen der gemeente of, bij ontbreken daarvan, eener naburige gemeente, onverwijld kennis gegeven. Zij worden daarenboven op de gebruikelijke wijze aan de ingezetenen bekend gemaakt.

Bij algemeenen maatregel van bestuur worden voorschriften gegeven betreffende de inrichting van plannen van uitbreiding overeenkomstig deze bepalingen.

Deze voorschriften zijn gegeven bij K. B. van 28 Juli 1902, Stb. 160, laatstelijk gewijzigd 12 Febr. 1913, Stb. 52.

< >