Tsjerkessen - of Circassiërs, een Kaukasusvolk, dat oudtijds den N.W. Kaukasus (het Kubangebied) en een deel van de O.-kust der Zwarte zee bewoonde, maar waarvan de meesten na de Russische verovering naar Klein-Azië en Turkije trokken. In hun oorspronkelijke woonplaatsen zullen zij nog ongeveer 200.000 zielen sterk zijn. Zelf noemen zij zich Adighe en spreken een eigen taal, die dialectisch bij de verschillende stammen verschilt. Een eigenlijke letterkunde bezitten zij niet, wel heldensagen en liederen.
Voorzoover er in het Tsjerkessisch geschreven wordt, gebruikt men het Russische alphabet. Oudtijds bestonden onder hen verschillende standen en kasten, maar na hun bekeering tot den Islam heeft dit langzamerhand opgehouden. De kinderen werden meest in vreemde familiën opgevoed, waardoor de sociale vormen zekere wijzigingen ondergingen. Overigens munten de T. door schoonen lichaamsbouw uit, zoodat T. vrouwen in de Turksche harems zeer gezocht waren.
