Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 17-01-2019

Trilharen

betekenis & definitie

Trilharen komen bij cellen van lagere planten herhaaldelijk voor, zoo bij bacteriën, vele zwermsporen, spermatozoïden, enz. Zij kunnen aan het eene uiteinde zijn vastgehecht in een bundel (lophotrich) of langs de geheele cel voorkomen (peritrich); het laatste is bij plantencellen vrij zeldzaam (sommige bacteriën). Meestal ziet men bij plantencellen twee lange trilharen aan het eene uiteinde gezeten, een enkele maal ook één of vier. Dergelijke lange t. heeten flagellen of zweepharen, terwijl de korte, die in veel grooter aantal over het geheele lichaam worden aangetroffen, b.v. bij Vaucheria, ciliën of wimpers genoemd worden.

< >