Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 17-01-2019

Treitschke (heinrich von)

betekenis & definitie

Treitschke (heinrich von) - Duitsch historicus, geboren 1834 te Dresden, was, na zijn studies voltooid te hebben, achtereenvolgens privaat-docent in de geschiedenis te Leipzig (1858), professor te Freiburg (1863), Kiel (1866), Heidelberg (1867) en Berlijn (1874). Van 1871 tot 1888 was hij lid van den Rijksdag. Naast verschillende essays en biografieën (verzameld in de 4 bundels: Historische und politische Aufsätze, door Liesegang), schreef hij: Deutsche Geschichte im 19en Jahrhundert (1879-1894), zijn hoofdwerk, waarin hij optrad als kampioen voor de vorming van een nationale kultuur. Voor hem was Pruisen ’t ideaal van een staat.

Een op militaire leest geschoeide natie, bestuurd door een bureaucratie, die onafhankelijk was van de partijen, kan volgens hem alleen tot macht geraken. Ten einde Pruisen te kunnen verheerlijken, werd hij vaak eenzijdig en partijdig. Door zijn stijl wist hij ’t publiek te boeien. Op de historiografie is zijn invloed niet zoo groot geweest, vooral daar men in zijn tijd voor ’t eerst begon met aandacht te schenken aan de sociologische en economische factoren der geschiedenis. Na den dood van L. von Ranke (1886), werd hij Pruisisch historiograaf.

Hij stierf in 1896. Na zijn dood werden zijn voorlezingen, gehouden aan de Universiteit te Berlijn, uitgegeven door Max Cornicelius onder den titel Politik. — Litt.: M. Lenz, Heinrich von Treitschke (Kleine historische Schriften, 1910); Schurig, Die Entwicklung der politischen Anschauungen H. v. T. (diss. Heidelberg, 1909). De brieven van H. v. T. zijn uitgegeven door Max Cornicelius onder den titel: Heinrich von Treitschkes Briefe.

< >