Transcendent - (letterlijk: overklimmend; tegenst. immanent), 1) in de filosofie datgene, wat ligt aan gene zijde van alle ervaring en het gewone verstandskennen, dus wat aangenomen wordt als alle eindige stoffelijke en geestelijke werkelijkheid in ruimte en tijd te boven gaande, het Absolute (abs. goede, vrije), God. — 2) (wisk.), niet-algebraïsch. Een tr. getal is een getal, dat niet voldoet aan eenige algebraïsche vergelijking met meetbare coëfficiënten. De getallen π = 3,14 …. en e = 2,718 .... zijn transcendente getallen. Een transcendente functie is elke niet-algebraïsche functie, b.v. sin x, ex, log x, enz. zijn transcendente functies.
Een transcendente kromme lijn is een lijn, waarvan de vergelijking in rechthoekige coördinaten niet-algebraïsch is. De transcendente hoek van Lambert is een hoek, samenhangende met de hyperbolische functies. Stelt men sh x = ex-e-x/2 gelijk aan tg τ, dan is ch x = ex+e-x/2 = sec τ, th x = ex-e-x/ex+e-x = sin τ; τ is de transcendente hoek van Lambert behoorende bij de veranderlijke x.