Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 17-01-2019

Titiaan (vecellio)

betekenis & definitie

Titiaan (vecellio) - geboren 1477 te Venetië (volgens anderen eerst in 1488), aldaar gestorven 1576. Italiaansch schilder uit de Venetiaansche school, de machtige persoonlijkheid, die in zijn lang leven alles wat de Venetiaansche school had tot stand gebracht, verwerkte en tevens een voorbeeld werd voor de jongere generatie ; iemand die de beteekenis der Venetiaansche schilderkunst in de 16de eeuw geheel beheerscht, die niet alleen om zijn technisch kunnen boven alle anderen verheven staat, doch juist ook door zijn gave om alle menschelijke aandoening in zóó fijne afwisseling en juist begrepen interpretatie weer te geven, een schilder is die boven alle tijden zich verheft. Deze opgave der kunst, die eigenlijk alleen eerst tot waarachtige kunst leidt, wordt door weinigen in zoo complete wijze opgelost en de wijze, waarop Titiaan dit heeft vermocht, is die van den eenvoud, met een klaarheid, waarin het onontkoombare der noodzakelijkheid dezer gevoelsuiting tot een subieten indruk wordt voor den beschouwer. Oorspronkelijk is Titiaan een leerling van Giovanni Bellini, doch den grootsten invloed heeft hij ondergaan van Giorgione.

Hiervan getuigt het schilderij „Amor sacro ed amor profano” (in de Gal. Borghese te Rome). In den zelfden tijd, omstreeks 1512, kondigen zijn portretten reeds aan, dat hij ook op dit gebied ongewoon begaafd is voor een bijzondere intense en directe karakteristiek. In Titiaan glorifieert de speciale karakteristiek der Venetiaansche school, n.l. het coloriet. Vooral in zijn latere werken bereikt dit in hooge mate een geheel immaterieele expressie, waardoor er een zeldzame lichtglorie van deze werken uitgaat. Dit in tegenstelling met zijn vroeger werk, dat nog meer op het dramatische was gericht.

Onder de wereldberoemde werken van den schilder moeten o. a. genoemd worden : De Cijnspenning, de Mariahemelvaart, de Madonna met de Familie Pesaro, de Graflegging (in het Louvre) en de Madonnacomposities in het Hofmuseum te Weenen. Litt. : O. Fischel, Tizian, in de serie Klassiker der Kunst, dl. III (1904) ; Burckhardt, Der Cicerone, dl. II ; The early works of Titian, in de Newnes Art. library (London, New-York 1905) ; Dr. Th. Hezzer, Die Jugendwerke Tizians (Basel 1920) ; W. Korn, Tizians Holzschnitte (Breslau 1897).

< >