Tisza (stephanus, graaf) - Hongaarsch staatsman, geb. 1861 te Boeda-Pest, overl. 1918 te Boeda-Pest, studeerde te Heidelberg en Boeda-Pest, kwam in 1886 in de Volksvertegenwoordiging, waar hij spoedig door zijn economische en agrarische kennis groot gezag verwierf. In 1903 aanvaardde hij, terwijl de oppositie al een jaar lang de afdoening van een legerontwerp (van 1902) tegenhield, het minister-presidentschap en wist de obstructie tijdelijk te smoren. Toen hij in ’t nieuwe zittingsjaar een herziening van het Reglement van Orde had doorgedreven, brak een geweldige Kamerstorm los, waarop een ontbinding der Kamer volgde. Begin 1905 werd T. bij de verkiezingen verslagen en trad af.
Hij vormde nu de z.g. Nationale Arbeidspartij, die in 1912 bij de verkiezingen de meerderheid haalde en T. tot voorzitter der Kamer koos, waar hij de obstructie der tegenpartijen met geweld onderdrukte ; tientallen obstructionisten sloot hij met militaire macht buiten de Kamer. In ’t parlement werd een (mislukte) aanslag op hem gepleegd. Juni 1913 volgde hij Lukacs op als eerste minister, om eindelijk de jaren hangende kiesrechthervorming af te doen. Van enkelvoudig algemeen kiesrecht wilde hij niet weten en toen dit in den oorlog na Frans Jozef’s dood niet meer was tegen te houden, trad hij af, 1917. Van de politiek, die tot den oorlog voerde in 1914, was T. aanvankelijk een tegenstander.
Uit documenten, in 1919 te Weenen uitgegeven, blijkt, hoe hij alleen zich in den ministerraad van 7 Juli 1914 tegen de agressieve voorstellen van den minister van buitenl. zaken, graaf Berchtold, verzette, doch na een onderhoud met dezen van zienswijze veranderde en 19 Juli mede het ultimatum aan Servië onderteekende. Toen de oorlog verloren was, drong T. in de Kamer erop aan, vrede te sluiten op de 14 punten van Wilson. Bij het uitbreken der revolutie in Boeda-Pest (October 1918) schoot een bende soldaten den stevigen staatsman, die als Calvinist in de clericale omgeving van Karel veel van zijn vroeger aanzien had verloren, en nu als een der aanstichters van den oorlog werd uitgekreten, neer. T. schreef, behalve verscheidene essays : Ungarische Agrarpolitik (1897) ; Von Sadowa nach Sedan (1916).