Thymus - plantengeslacht der Labiaten, met 35 soorten in Europa en N.-Afrika. Inheemsch en algemeen op kalkhoudenden, zonnigen zandgrond is T. Serpyllum, 5—25 c.M. hoog, met kleine eironde, gesteelde, tegenoverstaande, geurige blaadjes en paars-roode of witte bloempjes in schijnkransen. Haar verscheidenheden met goud- of zilverbonte blaadjes, veelal T. citriodorus genoemd, zijn gewaardeerde perk- en potplantjes, doch niet winterhard.
Ook van T. lanuginosus, uit Duitschland, met kruipende stengeltjes en blauw-groene blaadjes, zijn verscheidene variëteiten bekend. T. vulgaris uit Z.Europa, de Thijm, een der vele toekruiden, wordt 20—30 c.M. hoog, heeft ongesteelde blaadjes met omgekrulden rand en lichtgele bloempjes. Men teelt deze, om de 2—4 jaar, uit zaad.