Thalictrum - plantengeslacht der Ranunculaceeën met 76 soorten in het N. Halfrond. Inheemsch zijn T. minus, de Kleine ruit, 40-60 c.M. hoog, en T. flavum, de Poelruit, 60-100 c.M. hoog, met gele, geurige bloempjes. Beide worden wel als sierplant geteeld, evenzoo T. aquilegifolium uit Duitschland.
Nog meer gewaardeerde vasteplanten zijn o. a. de uit China ingevoerde, 50 c.M. hooge T. Delavayi met rose bloempjes en T. dipterocarpum, 1,50 M. hoog, met paars-rose bloempjes. De bloeitijd is in den zomer en duurt eenige weken. De dunne, stevige stengels hebben afwisselende, fijn verdeelde (2-, 3-, 4-voudig gevinde) zeer sierlijke, dikwijls blauw-groene bladeren en eindstandige, pluimvormige bloemstelsels, waarvan de talrijke bloempjes in hoofdzaak door de vele meeldraden bekoorlijk zijn.