Thackeray (william makepaece) - Eng. romanschrijver (1811-1863), werd geb. te Calcutta, maar kwam reeds in 1819 in Engeland, waar hij o. a. op de Charterhouse school onderricht ontving. In 1829 ging hij naar Cambridge, waar hij tot den kring van Tennyson behoorde en waar hij reeds letterkundig talent toonde door zijn bijdragen in studententijdschriften. Na een verblijf in Duitschland in 1831, begaf hij zich in de journalistiek. Eenigen tijd was hij eigenaar van een blad, dat geen succes had en waarmee T. een deel van zijn vermogen verloor.
Hij zag zich daarna genoodzaakt voor zijn levensonderhoud een beroep te kiezen, legde zich eerst op schilderen toe, maar koos ten slotte de letteren. Hij werd medewerker aan Fraser’s Magazine, waarin zijn Yellowplush Papers, The History of Samuel Titmarsh and the Great Hoggarty Diamond, Catharine en Barry Lyndon verschenen; verder The Paris Sketchbook (1840); The Irish Sketchbook (1843); From Cornhill to Grand Cairo (1846). T. was een ijverig medewerker-teekenaar, zoowel als schrijver van het toen juist opgerichte blad Punch, waarin hij zijn humor den vrijen teugel kon laten en onder den naam Michel Angelo Titmarsh proza en poëzie schreef. O. a. verscheen hierin The Book of Snobs, vol bijtende satire. Met Vanity Fair (1846-48), dat in maandelijksche afleveringen verscheen, werd T. beroemd. Deze roman, een uitnemende, realistische schildering van de Eng. zeden, is een psychologisch en stylistisch meesterwerk. Pendennis, gedeeltelijk autobiografisch, volgde in 1848-50 en in 1852 Esmond, door velen als T.’s beste werk beschouwd, dat een uitmuntende beschrijving geeft van het leven in Engeland in de dagen van koningin Anna. Een vervolg, The Virginians, dat veel minder waarde heeft, volgde in 1857-59.
Ondertusschen was T. ook opgetreden met lezingen over The English Humourists of the Eighteenth Century en The Four Georges (later in druk verschenen). In 1860 werd The Cornhill Magazine opgericht, waaraan T. bijdroeg Roundabout Papers (essays) en Lovell the Widower (1860, roman). Hij was bezig aan een roman Denis Duval, toen hij plotseling overleed. T. neemt naast Dickens een voorname plaats in onder de romanschrijvers der 19de eeuw. Hij bezat een zeer persoonlijken en voornamen stijl en wist vlot te vertellen.
Overal treft ons zijn humor en een fijne ironie. Zijn sarcasme richt hij bijna uitsluitend tegen dat, wat laag en verachtelijk is. Hij spaart zijn medemenschen niet. Toch is hij altijd fijngevoelig en oordeelt hij zacht over de zwakheden van anderen. Hij heeft een zekere neiging tot pathos.