Tandziekten - die ziekten, welke in het bijzonder de tanden of hun onmiddellijke omgeving betreffen. Men rekent dus niet tot de t. de veranderingen, die aan tanden kunnen worden waargenomen bij algemeene ziekten (lues, rachitis, enz.). De verreweg belangrijkste van alle t. is de tandcaries. In den mond komen steeds bacteriën voor, die kleine spijsresten, enz. tot rotting brengen. Zelfs bij nauwkeurige mondreiniging zijn deze rottingsprocessen niet geheel te verdrijven.
De producten dier rotting kunnen de tanden en kiezen aantasten. Er treden dan de welbekende kleine, donker gekleurde plekjes aan de tanden op, die zich geleidelijk uitbreiden en groote gedeelten van den tand kunnen verwoesten. Zoodra het proces de in den tand aanwezige zenuwtakjes bereikt, treedt heftige tandpijn op. De behandeling is natuurlijk geheel afhankelijk van den toestand, waarin de tandarts een tand met caries aantreft. De tandcaries is ontzaglijk sterk verbreid. Slechts hoogst zelden vindt men bij den volwassene een gebit zonder caries; zelfs bij jonge kinderen komt zij al zeer veelvuldig voor. Een tweede belangrijke ziekte is de tandsteen. Dit is een min of meer harde, gele, bruine of zwarte korst, die de tanden en kiezen van de eersten de binnenvlakte, van de laatsten de naar de wangen toegekeerde zijden bedekt.
Zij bestaat uit koolzure en phosphorzure kalk. Haar aanwezigheid kan tot terugdringen of ontsteking van het tandvleesch aanleiding geven. Kleur en hardheid van den tandsteen zijn afhankelijk van aard en hoeveelheid der organische bestanddeelen, die er in opgenomen zijn. De tandsteen kan verwijderd worden ; reinheid van den mond is het beste voorbehoedmiddel tegen het afzetten van tandsteen. Ontsteking van het pulpaweefsel (zie TANDEN) geeft, door den rijkdom van zenuwen, tot heftige tandpijn aanleiding. Evenals bij elke andere ontsteking kan het hier tot de vorming van abcessen komen, die operatieven ingreep noodzakelijk maken. Tanden kunnen op abnormale plaatsen doorbreken; ook kunnen zij in de kaak blijven en tot tandcysten aanleiding geven.