Talus - in de Gr. mythologie een als naakt en gevleugeld jongeling voorgestelde figuur, van reusachtige grootte en geheel van erts ; hij had een kleine bloedfistel aan den hiel, welke met een nagel gesloten was; zoodra die plek gekwetst of de nagel er uitgetrokken werd, moest hij sterven. Hij had tot taak, het eiland Creta te bewaken, en liep er dagelijks driemaal omheen. Hij werd door Medea betooverd, die daarop den nagel uit zijn hiel trok ; volgens anderen schoot Poeas, de vader van Philoctetes, met den boog van Heracles naar zijn hiel, zoodat hij doodbloedde.
2) neef v. Daedalus, vond verscheidene werktuigen uit, waarom zijn oom afgunstig op hem werd en hem van de acropolis wierp. Bij anderen heet hij Perdix.