Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 17-01-2019

Stratigrafie

betekenis & definitie

Stratigrafie - het gedeelte van de geologische wetenschap, dat zich bezighoudt met het bestudeeren van de ontstaanswijze en den ouderdom der aardlagen. Bij het onderzoek daarnaar wordt nagegaan, voor zoover het betreft de uitvloeiingsgesteenten, of deze de oppervlakte der aarde al dan niet hebben bereikt en, voor zoover het betreft de sedimentaire gesteenten, wordt getracht, de vraag te beantwoorden waar deze zijn gevormd, dus op het land, in zoet water, in zee en wel in diepe of in ondiepe gedeelten daarvan. De ouderdom der lagen wordt steeds relatief bedoeld.

Hiervoor zijn zij samengevoegd in groepen van opeenvolgenden ouderdom, terwijl de tijd, waarin zulk een groep is gevormd, wordt aangeduid als aera of tijdperk. Deze groepen worden weer onderverdeeld evenals de tijdperken, zoodat onderstaand schema de stratigrafische verdeeling weergeeft en daarnaast die van den tijd, de historisch-geologische, groep tijdperk of aera systeem periode serie tijdvak afdeeling tijdsnede zone phase De opeenvolgende stratigrafische en de correspondeerende historisch-geologische eenheden worden door eigennamen aangeduid, b.v.:

stratigrafisch historisch-geologisch groep — Mesozoicum — tijdvak of aera systeem— Jura — periode serie — Malm — tijdvak afdeeling— Oxford(ien) — tijdsnede zone — Ammonieten — phase transversarius De geheele indeeling tot en met de series, resp. tijdvakken, zooals die door de meeste onderzoekers, zij het soms met geringe afwijkingen, wordt gevolgd, is de volgende:

Verschillende pogingen zijn er ook gedaan om te komen tot een absolute schatting van den ouderdom der aardlagen en van de aarde, dus in jaren. Al deze methoden zijn evenwel onzuiver. Toch kunnen wij hierdoor, ondanks het feit, dat de schattingen volstrekt niet goed met elkaar overeenstemmen, waardoor dus de waarde nog vrij betrekkelijk is, reeds een en ander leeren. Volgende tabel geeft van een aantal geleerden de schattingen van den ouderdom der aarde volgens verschillende methoden.

Volgens Lord Kelvin . 20- -40 millioen jaren 5 > 1» ,, Davis . . . . 25 ., Dana 48 »» »1 ,, DeLapparent. 70 5» 5» ,, Croll 100 1J Î5 „ Haughton . . 200 „ Lyell 240 5J î» ,, Wallace . . . 500 „ Geikie . . . . 100- -680 „ „ Met behulp van het uiteenvallen van uranium in helium en lood werd in de laatste jaren door Strutt en Rutherford getracht, den ouderdom vast te stellen van de aardlagen, daar dit uiteenvallen met constante snelheid geschiedt. Men kreeg daarbij zeer hooge waarden. Zoo zou de steenkoolformatie ongeveer 340 millioen jaar oud zijn, het Devoon omstreeks 370 millioen jaar en het Siluur een 430 millioen jaar, terwijl er ± 1500 millioen zouden zijn verloopen sedert het Praecambrium werd gevormd; de ouderdom der aarde zou dan mogelijk meer dan 3000 millioen jaar zijn. Do ouderdom der jongste Tertiaire lagen werd berekend op ongeveer 10 millioen jaar. Andere methoden leverden weer veel kleinere getallen. Van deze zijn vermeldenswaard de bepaling van den ouderdom van den Niagara-waterval, welke ontstond na het terugtrekken van het Diluviale landijs uit het gebied der Groote Meren. Na zorgvuldig onderzoek kwam Spencer tot 32000 jaar. In Zweden berekende De Geer, dat 12000 jaar zouden zijn verloopen sedert het laatste diluviale landijs zich van Z.-Zweden tot de tegenwoordige sneeuwgrens heeft teruggetrokken, terwijl het terugtrekken van dit landijs ongeveer 17000 jaar geduurd zou hebben.

< >