Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 17-01-2019

Stang (rijk.)

betekenis & definitie

Stang (rijk.) - meest gebruikt bit van het paard. Het mondstuk bestaat uit een metalen buis a), al dan niet gebogen of voorzien van een tongvrijheid b). Aan weerszijden is aan het mondstuk een dwarsstuk bevestigd, schaar c) geheeten.

Aan het boveneinde der scharen bevindt zich een oog d) ter bevestiging aan de bakstukken van het hoofdstel, en een haak e) ter bevestiging van de kinketting f); aan het ondereinde bevindt zich een ring g) ter bevestiging der teugels. Door de plaatsing van mondstuk, scharen en kinketting ontstaat bij aanhouding der teugels een hefboomwerking, waardoor een druk wordt teweeggebracht op de lagen en de kinkettingholte van het paard, en een spoedige gehoorzaamheid wordt verzekerd. Door verandering der lengteverhouding van het gedeelte der scharen onder en boven het mondstuk, kan de hefboomwerking worden versterkt of verzwakt.

< >