Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 17-01-2019

Spruyt

betekenis & definitie

Spruyt - (Cornelis Bellaar), Nederl. wijsgeer, 1842—1901, promoveerde in 1867 op een diss. „Over de electromotorische kracht van het element van Daniël bij verschillende temperaturen”, doceerde een poos chemie te Utrecht en werd in 1877 hoogleeraar in de Wijsbegeerte te Amsterdam. Kort daarna werd zijn antwoord op de prijsvraag „Proeve van een geschiedenis van de Leer der aangeboren Begrippen” door curatoren van het Stolpiaansch Legaat met goud bekroond, en in 1879 uitgegeven. In dit werk toonde hij zich reeds Kantiaan, maar stond hij nog sterk onder den invloed van Schopenhauer, waaraan hij zich later steeds meer ontworstelde. Reeds in 1871 had hij tegen den toen groot gezag hebbenden Opzoomer en diens empirisme in een Gidsartikel gepolemiseerd.

Behalve dit en eenige andere tijdschriftartikelen, oraties en brochures: Persoonlijke Dienstplicht (1882); Over Vrije Universiteiten (1884), heeft hij niets gepubliceerd. Hij wijdde zich geheel aan zijn colleges, die door zijn studenten zeer gewaardeerd werden. Na zijn dood zijn door leerlingen uitgegeven: „Leerboek der Formeele Logika” (bewerkt naar de dictaten) door Ds. M. Honigh (1903) en „Geschiedenis der Wijsbegeerte”, bewerkt door Prof. J. D. v. d. Waals en Prof.

Ph. Kohnstamm (1904). Ijverig heeft S. gewerkt voor versterking van onze betrekkingen met Z.Afrika. Van de Nederl. Z.-Afr. Vereeniging was hij van 1884 tot 1897 secretaris.

< >