Spontini - (Gasparo Luigi Pacifico), geb. te Majolati 1774, overl. ald. 1851, zoon van arme ouders, die hem voor den geestelijken stand bestemden. S. echter, die met hart en ziel muzikant was, ontvluchtte het ouderlijk huis en wist zóó te bereiken, wat hij wilde. Tot 1803 schreef S. een 16-tal opera’s in den toen gangbaren, lichten, Italiaanschen stijl. Hij kwam in dat jaar te Parijs, leerde daar de meesterwerken der Fransche dramatische toonkunst kennen en gevoelde, wat hem ontbrak.
In die erkentenis wijzigde hij zijn stijl en schiep een drietal onbetwiste meesterwerken : La Vestale, Fernand Cortez en Olympia. S. was (1810—13) directeur van de Italiaansche opera te Parijs, maar ging (1820) naar Berlijn, waar Friedr. Wilh. III hem tot General-Musikdirector had benoemd. In dien werkkring kwamen zijn groote hoedanigheden als dirigent, maar ook zijn trots en heerschzucht sterk naar voren. Zijn intriges, zijn aanmatiging tegenover andere kunstenaars, zijn talrijke onhandigheden waren oorzaak van zijn vaï. Na een smadelijk theater-kabaal moest S. zich (1841) in zijn geboorteplaats terugtrekken. Zijn beteekenis voor de Fransche „Grand Opéra” kan niet licht overschat worden.
