Spaansche peper - (Capsicum annuum), is een specerijplant uit de fam. der Solanaceae, die voor haar ontwikkeling veel warmte behoeft en daarom in kassen of bakken gekweekt wordt. Het product bestaat in de rijpe vruchten, welke in dien toestand een helderroode kleur krijgen en zeer veel bij de inmakerij worden gebezigd. (Zie plaat Specerijen, fig. 2). Om de vruchtvorming te bevorderen, kweekt men de planten zoo vroeg mogelijk. Daartoe zaait men reeds half Februari in een warmen bak.
Na het opkomen worden de jonge planten eerst verspeend in houten bakjes of zaaipannen en later ieder afzonderlijk in bloempotten gezet. Deze potten graaft men dan in bakken in, die door een laag paardenmest zijn verwarmd. Langzamerhand zet men de ramen hooger op lucht, terwijl zij in warme zomers omstreeks Juli ook wel geheel worden verwijderd. Als de planten snel groeien en weinig bloemen vormen, wordt de bloei dikwijls bevorderd door minder water toe te voeren. In verband hiermee heeft het kweeken in potten een voordeel, omdat de water-toevoer hier veel beter dan bij de teelt in den vollen grond geregeld kan worden. De vruchten worden in Augustus en September rijp en dan in den handel gebracht. De laatste laat men dikwijls narijpen door ze onrijp (geel) van de plant te plukken en dan onder glas in de zon te leggen.
