Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 17-01-2019

Soma

betekenis & definitie

Soma - (Indisch, Sanskrit), is oorspr. de naam eener plant (van welke, is niet met zekerheid te zeggen), uit welker stengels een geestrijk vocht geperst werd, hetwelk aan de góden geofferd en daarna door de offerende priesters genuttigd werd. Het offer van dit heilige vocht reikt terug in de periode der Indo-iraansche stamgemeenschap, daar aan skt. soma het awestisch haoma beantwoordt. Deze S. werd hoofdzakelijk aan den god Indra geofferd, om hem aan te vuren en te sterken in zijn kamp met de Demonen. Buitendien had het S.-offer de magische kracht, regen te verwekken.

In den Weda, althans stellig in den jongeren Weda (Yajurweda), wordt S. met de Maan geïdentificeerd, en ook dit gaat wellicht terug op de Indo-iraansche periode (witte Haoma). Bekend is de Wedische mythe, hoe S. door den adelaar geroofd wordt, een mythe, die de voorlooper is van de latere, volgens welke het Amrta (de Nektar) door Vishnoe’s vogel Garoeda naar de aarde gebracht wordt. Immers ook de S.-drank heette onsterfelijkheid te verleenen, d. w. z. te bewerken, dat degeen, die er van nuttigt, niet vóór den uitersten termijn van het leven zal sterven. Een vers in den Weda luidt: „Wij hebben den S. gedronken, wij zijn onsterfelijk geworden”.

< >