Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 17-01-2019

Simaloer

betekenis & definitie

Simaloer - eiland in den Ind. oceaan, aan de W.-kust van Sumatra, op ± 2° 30' N.B. en tusschen 95° 43' en 96° 31' O.L.; ± 2650 K.M.2 groot. In 1880 verklaard te behooren tot het gebied van het gouvernement Atjèh en Onderhoorigheden ; vormt thans een onderafdeeling (officieel Simeuloeë genaamd ; de naam in de landstaal is Simoeloel) der afd. W.-kust van Atjèh, Gouv. Atjèh en Ond.

Aan de O.-zijde van het eiland de uitstekende baaien van Sinabang, Tĕlok Dalam en Sibigo. Het eil. is heuvelachtig (hoogste top ± 600 M.) en grootendeels bedekt met oerwoud, rijk aan uitstekende houtsoorten ; deze worden geëxploiteerd door de Java-Bosch-exploitatie Mij. (in 1917 vereenigd met de Houtaankap Mij. Noord-Simaloer) te Sinabang, die een electrische zagerij heeft. De bevolking, thans ± 17.000 zielen sterk, is door Atjèhschen en Maleischen invloed tot den Islam overgegaan, meent voor een deel (in de landschappen Sichoelè en Salang) van Niassche afkomst te zijn. In Sinabang wonen vele vreemdelingen ; de plaats wordt electrisch verlicht en heeft een hospitaal, enz. — Litt.: Kolon. Tijdschr. 1907, pag. 17.

< >