Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 17-01-2019

Sidon

betekenis & definitie

Sidon - de oudste en lang de belangrijkste stad van Phoenicië, in een smalle vlakte aan de Middell. zee, was reeds ten tijde van Homerus beroemd en werd de moederstad van tal van volksplantingen; de stad bleef van groote beteekenis, totdat Tyrus zijn overmacht wist te doen gelden ; het stond eerst onder de Assyriërs sedert 877, dan sedert 605 onder de Babyloniërs en sedert 540 onder Perzische heerschappij met eigen koningen. In de 4de eeuw v. C. stond zij aan ’t hoofd eener samenzwering tegen Artaxerxes III, werd echter 348 door haar eigen koning verraden en vervolgens door de inw. zelf in brand gestoken, waarbij 40.000 menschen omkwamen. Weer opgebouwd, onderwierp zij zich 333 v. C. aan Alexander den Gr. en ontving van hem een nieuwen koning. Eindelijk kwam S. aan de Romeinen, bleef ook in Christelijken tijd een belangrijke stad en was de zetel van een bisschop.

In 1111 werd de stad door koning Boudewijn I aan de Mohammedanen ontrukt, doch 1187 door Saladijn weer ingenomen. Vooral belangrijk was in de Oudheid de handel van S. in purperwaren, barnsteen en glas, waarvan de uitvinding zelfs aan deze stad wordt toegeschreven. Sedert 1855 zijn ter plaatse zeer gewichtige vondsten gedaan. De 17 sarcophagen van de koningen van S., in 1887 teruggevonden en nu in het museum te Constantinopel, zijn door Grieksche kunstenaars van den eersten rang vervaardigd. Litt. : Hamdi Bey et Th. Reinach, La nécropole royale de Sidon (Parijs 1892—96).

< >