Shelley - (Percy Bysshe), Eng. dichter, 1792-1822, geb. op het landgoed Fieldplace (Sussex), bezocht de school te Eton en stud. vervolgens te Oxford, maar werd weggestuurd wegens het schrijven van een pamflet: On the Necessity of Atheism. In 1811 trad hij in het huwelijk met de 16-jarige Harriet Westbrook, welk huwelijk twee jaren later ontbonden werd. Nadat Harriet zelfmoord gepleegd had, huwde S. in 1816 met Mary Godwin, een geestverwante, de schrijfster van „Frankenstein”. In 1813 verscheen Queen Mab, reeds in 1810 geschreven, waarin S. al zijn jeugd-idealen uitstort.
In 1816 gaf hij Alastor or the Spirit of Solitude uit, een gedicht, waarin hij de majestueuze pracht der natuur verheerlijkt en tevens de droevige overpeinzingen van een dichterziel weergeeft. In 1816 bezochten de S.’s Zwitserland, waar zij Lord Byron ontmoetten. In 1818 verscheen Laon and Cythna, later bekend onder den naam van The Revolt of Islam. Inmiddels waren S.’s kinderen uit zijn eerste huwelijk hem bij rechterlijk vonnis ontnomen. De vrees, dat zulks ook geschieden zou met de kinderen uit zijn tweede huwelijk, was een der redenen, waarom S. Engeland verliet. Zijn gezondheid eischte tevens het verblijf in een zachter klimaat. In 1818 vestigde S. zich in Italië, waar hij wederom veel in aanraking kwam met Byron. De dichters oefenden over en weer invloed op elkaar uit.
S. woonde achtereenvolgens te Rome, Pisa en Lerici. In Italië schreef hij het dramatisch gedicht Prometheus Unbound (eerste uitgave in 1821), een zijner belangrijkste werken. In 1819 verscheen het tooneelstuk The Cenci. Julian and Maddalo, geschreven te Venetië, na een bezoek aan Lord Byron in 1820, stelt een gesprek voor tusschen de twee dichters. Van S.’s belangrijkste werken dienen verder nog vermeld te worden: Epipsychidion; Hellas (een lyrisch drama, naar aanleiding van den vrijheidsoorlog der Grieken); Adonais, een elegie op den dood van Keats; The Triumph of Life. Meer bekend dan deze langere gedichten zijn de buitengewoon bekoorlijke Ode to the Skylark; The Cloud; The Sensitive Plant; Ode to the West Wind. In 1822 was S. te Lerici. Over zee terugkeerende van een tocht naar Livorno, werd hij door een plotselingen storm overvallen.
Zijn lijk werd kort daarna aan land gespoeld. — S. was steeds de vijand van alle conventie en tyrannie. Reeds op school verzette hij zich tegen de strenge tucht; te Oxford verwijderde hij zich steeds meer van het dogmatisch Christendom. Hij noemde zich atheïst, maar hij was toen reeds, wat hij zijn geheele leven bleef, pantheïst. In vele zijner werken toont S. zijn liefde voor de vrijheid en zijn afkeer tegen de toenmalige maatschappelijke toestanden, het duidelijkst in The Revolt of Islam, waarin hij zich tegen alle positieve godsdiensten en tyrannieke regeeringen keert. Zijn vrijheidsliefde, zijn afkeer van onverdraagzaamheid, zijn oprechtheid brachten hem er toe, dat hij vaak overhaast en onbezonnen zich tot voorvechter maakte van allerlei uiterste opinies. In S. was een groot verlangen naar waarheid en liefde volgens het Christelijk ideaal, wat uit al zijn werken spreekt. Hij had een onverwoestbaar vertrouwen in de leuze: Vrijheid, Gelijkheid en Broederschap der Fr. revolutie, in een liefde, die het heelal regeert, en in de volmaking van den mensch.
Hij streefde naar de hoogste geestelijke schoonheid en was uiterst gevoelig. Hij had een schitterende verbeelding en wist zijn gedachten in zulk een poëtischen vorm weer te geven, dat men S. een der grootste dichters der 19de eeuw mag noemen. Op vele latere dichters heeft hij grooten invloed gehad, ook in ons land. — Litt.: Standaard uitgave van H. Buxton Forman (4 dln., 1876-80); Proza en Poëzie; in een herdruk van 1892 alleen Poëzie; verdere uitg. van de gedichten alleen van W. M. Rosetti (1878). Biografieën. Medwin, Life of Shelley (London 1847); Trelawney, Recollections of Shelley, Byron and the Author (nieuwe uitg. London 1876); J. A. Symonds, Shelley (London 1887, Men of Letters Serie); Dowden, Life of Shelley (1880); zeer belangrijk; R. Ackermann, Shelleys Leben und Werke (Dortmund 1906); R. Ackermann, Quellen, Vorbilder, Stoffe zu Shelley’s poetischen Werken (Leipzig 1890).