Scarlatti - 1) Alessandro, Ital. componist, geb. te Trapani (Sicilië), overl. 1725 te Napels. Van zijn jeugd is weinig bekend ; wij weten alleen, dat hij 1680 zijn eerste opera, l’Onesta dell’ amore, leidde in het paleis van de koningin Christina van Zweden, te Rome. Op het titelblad van een andere opera staat S. vermeld als kapelmeester van die vorstin. Na (1694) te zijn benoemd tot kapelmeester van den onderkoning van Napels, en van 1703 tot 1709 te zijn werkzaam geweest als kerk-kapelmeester te Rome, ging S. naar Napels terug, waar hij later tot koninklijk kapelmeester benoemd werd.
Daar, te Napels, heeft S. een reeks van opera’s geschreven, voortreffelijk werk, dat hem het recht geeft op den naam van stichter der Napolitaansche school. Onder het nieuwe, door hem ingevoerd, dient genoemd de DaCapo-aria en de grootere bezetting van het orchest, dat reeds de tweevoudig bezette houten blaasinstrumenten en de twee hoorns (Haydn, Mozart) vertoont. S. heeft ook verschillende oratoria en zéér veel kerkmuziek geschreven.
Zijn zoon 2) Domenico (geb. te Napels 1685, overl. ald. 1757) is een der voornaamste componisten voor, en bespelers van de piano (clavecymbaal). Hij was leerling van zijn vader en van Gasparini, en was reeds 1704 zóó beroemd, dat de kardinaal Ottoboni hem koos om te kampen met Haendel, die in dat jaar voor ’t eerst Napels bezocht. S. heeft afwisselend gewerkt in Rome, Londen, Lissabon, Napels en Madrid, om 1764 voor goed in zijn geboortestad terug te keeren. S. moet worden beschouwd als een der grondleggers van de moderne pianotechniek, vooral van het vlugge, luchtige passagespel. Zijn klaviermuziek is nog steeds van groote waarde voor het onderwijs, en is in verschillende bundels in tal van nieuwe uitgaven verschenen.