Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 17-01-2019

Sarcophagen

betekenis & definitie

Sarcophagen - (Grieksch, eig. vleeschverterend), noemt men gewoonlijk alleen steenen doodkisten. In Griekenland vindt men die reeds in Myceenschen tijd; zij zijn dan zoo kort, dat het lijk er gehurkt inlag. In de 7de eeuw v. C. komt de s. weer in gebruik, uit Klein-Azië, waar (vooral in Clazomenae) rijk beschilderde s. gevonden zijn, die blijkbaar in rotsgraven opgesteld waren, zooals dat ook in Etrurië (de Etrusken stammen uit Klein-Azië) het geval was. Gedurende den klassieken tijd vindt men in Gr. geen s.; des te meer treedt de s. op in Hellenistischen tijd.

Beroemd zijn die van Sidon (Phoenicië); zie ald. In de Gr. kol. in Taurië zijn ook houten s. gevonden. — De Etrurische s. — zeer talrijk — stellen meest een bed voor, waarop de doode alleen of met zijn vrouw als aan den maaltijd liggend afgebeeld is. — De oudste Rom. s. is die van C. Scipio Barbatus (gest. 298 v. Chr.), maar talrijk worden ze daar eerst in den keizertijd. Het beeldhouwwerk, dat ze versiert, geeft meestal Grieksche mythen voor, waarvan de hoofdpersoon soms de trekken van den doode vertoont. Litt.: Altmann, Architektur und Ornamentik der antiken Sarkophage (1902).

< >