Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 17-01-2019

Saponinen

betekenis & definitie

Saponinen - Onder dezen naam vat men een groot aantal glucosiden samen, welke zeer verspreid in het plantenrijk voorkomen. In zeepwortel (Saponaria officinalis), in den Quillajabast (zeepbast), in de vruchten van Sapindus Saponaria en o. a. ook in theezaden en in de paardenkastanje komen s. voor. Door koken met verdunde zuren worden zij gesplitst in een suiker (meestal glucose) en in sapogeninen, n.l. z.g.n. beginsapogenine, die verder weer suiker kan afstaan en dan eindsapogenine levert.

De s. worden onderscheiden in neutraal- en zuur-s., die dus òf in water, òf in soda oplosbaar zijn. Er zijn er meer dan 300 bekend, die, omdat zij, behoudens enkele uitzonderingen, niet kristalliseeren, moeilijk zijn te definieeren. Zij komen hierin overeen, dat zij in (alkalisch) water oplosbaar zijn, daarmee, door schudden, een sterk schuim vormen; een scherpen smaak bezitten, dat zij in poedervorm tot niezen prikkelen, dat de waterige oplossing een sterk emulgeerend vermogen heeft en dat zij haemolytisch op het bloed werken en daardoor vergiftig zijn.

< >