Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 17-01-2019

Ruhnken

betekenis & definitie

Ruhnken - (David), Nederl. philoloog, 1723—98, Duitscher van geboorte, kwam 1743 te Leiden en werd er 1767 lector in het Grieksch en 1761 professor der welsprekendheid, geschiedenis en antiquiteiten. Van zijn werken noemen wij : Epistolae criticae (2 dln., 1749—51), de uitgave van Timaeus’ Lexicon vocum Platonicarum (1754) en Homerus’ Hymnus in Cererem (1780), van Rutilius Lupus (1768 ; nieuwe uitg. Leipz. 1831 en 1841, tegelijk met R.’s Historica critica oratorum graecorum), Velleius Paterculus (2 dln., 1779) en de Opera van Muretus (4 dln., 1789); buitendien voltooide R. de door Alberti begonnen uitgave van Hesychius (2 dln., 1746—66); voorts de beroemde biografie Elogium Tiberii Hemsterhusii (1768).

Na zijn dood verschenen de Opuscula oratoria, philol. et critica (1797) en verschillende zijner correspondenties, alsmede eenige zijner dictaten. Zie D. Wyttenbach, De Vita Ruhnkenii, en L. Muller, Gesch. d. klass. Phil. in den Niederl.

< >