Rookgassen (analyse der —) - De bepaling van de samenstelling der r. is voor de bepaling van de oeconomie van bijna iedere stookinstallatie noodzakelijk. Van het meeste belang is de kennis van het gehalte aan koolzuur, aangezien daaruit blijkt of niet met te groote overmaat lucht, of anderzijds met veel te weinig lucht onder vorming van kooloxyde wordt gewerkt. Het laatste komt zelden voor, het eerste zeer algemeen. Theoretisch kan en moet het koolzuurgehalte der r. 21 vol.% bedragen, immers gelijk aan het zuurstofgehalte der lucht, daar uit 1 vol. zuurstof 1 vol. koolzuur ontstaat.
In de praktijk wordt dat nooit bereikt. Hoe hooger koolzuurgehalte echter, des te beter wordt gestookt. Een gehalte van 12—14% is bereikbaar. De bepaling van het koolzuurgehalte kan geschieden met behulp van de gebruikelijke gasabsorptieapparaten (Orsat-app., Bunte-buret e.d.) door geoefende handen, of ook geheel automatisch in registreerende toestellen. Dit laatste verdient verre de voorkeur, daar de dan opgeleverde dagstrooken een repressieve controle op den stoker mogelijk maken.
Wij noemen de apparaten „Ados” (Adosgesellsch. m.b.H., Aken) en „Oekonograph” (Allg. Feuerungstechn. Ges. m.b.H. Berlin W.), welke het koolzuur langs chemischen weg binden, en de hydrostatische gasbalans van Krell (G.A. Schultze, Charlottenburg), welke het koolzuurgehalte aangeeft door de verandering van het s.g. van het gas. Tegenwoordig kent men ook apparaten, welke tevens het zuurstof-en kooloxydgehalte aangeven. In Nederland wordt het gebruik van deze toestellen zeer bevorderd door de propaganda van de Vereeniging voor Rookvrij Stoken.