Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 17-01-2019

Roeipootkreeften (copepoda)

betekenis & definitie

Roeipootkreeften (copepoda) - kleine schaaldieren van teeren bouw en zeer verschillende gedaante, met zeer lange voorste sprieten, die als roeiorganen dienen (beter dus: roeisprietigen). Leven in zeer talrijke soorten in zout en zoet water, vormen het hoofdvoedsel voor den haring. Op plaat Schaaldieren I, fig. 1, is afgebeeld Cyclops, algemeen in slootwater, zwemt met stootende bewegingen; achterlijf gevorkt en met twee eierzakjes.

Fig. 2 toont de karperluis, Argulus, die parasietisch leeft op zoetwatervisschen en zich met zuigschijfjes aan de huid dezer dieren vastzuigt; de mondwerktuigen zijn stekend en zuigend; het dier voedt zich met het bloed van den gastheer. Door het parasitisme is de lichaamsbouw sterk veranderd en vereenvoudigd.

< >