Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 17-01-2019

Ritzema bos (jan)

betekenis & definitie

Ritzema bos (jan) - Nederl. zoöloog en phytopatholoog, geb. 1850 te Groningen, 1869—71 leeraar in de natuurl. historie aan de Landhuishoudk.school ald., na de opheffing aan de Landbouwschool te Warffum, 1876—95 aan de Rijkslandbouwschool, werd 1895 directeur van het Phytopathologisch laboratorium „W. C. Scholten” te Amsterdam, en buitengew. hoogl. in de phytopathologie (ziekteleer der planten) ald., welk ambt hij aanvaardde met een rede over: De ziekteleer der planten en haar beteekenis voor de praktijk en voor de biologische wetenschappen. In 1898 ging hij voor eenigen tijd naar Amerika ter bestudeering van de San José-schildluis en van de maatregelen, daartegen te nemen; schreef in vaktijdschriften ; ook leer- en leesboeken, enz. In 1904 vertrok R. B. van Amsterdam naar Wageningen als hoogleeraar aan de Rijkslandbouwschool, na 1918 Landbouwhoogeschool ; nam 1920 als zoodanig ontslag wegens het bereiken van den 70-jarigen leeftijd.

< >